België in, het kanaal Bocholt-Herentals Terug Hoofdpagina Naar de scheepsliften 

Op naar Brussel

1-7-2013: We slapen uit en vertrekken pas om 11h. Het weer is grijs en een beetje miezerig, dus het voelt toch vroeg. Erg aardige en geïnteresseerde sluiswachter bij de sluis van Herentals. Daarna 10 km Albertkanaal. Breed en saai, met lange golven waar het bootje zo nu en dan mee in resonantie raakt. B. wordt zelfs zeeziek binnen! Als we eindelijk achter onze buren van eergister aan de sluis invaren krijgen we meteen een overijverige sluiswachter op onze nek: „Waarom hebt u mij niet opgeroepen?!. Ik heb u ook nog opgeroepen, maar u antwoordde niet! U moet mij wel laten weten dat u geschut wil worden, dat is essentieel voor de sluisindeling. Waar is uw vignet!”, „Bakboord achter, zoals mij opgedragen is.” „Dat is wel zoals het hoort, maar ik kan het zo niet lezen, waar is uw gele kaart? Hoe lang is het schip, en hoe zwaar? U heeft toch wel marifoon?”, „Ja hoor”. Ik ben blij dat ik hem niet opgeroepen heb, want onze marifoon staat nog geregistreerd op de Aaltje [6]  [6] Het schip waar we op wonen en dit lijkt me typisch iemand om daarover te zeuren. Na nederig schuldbekennen draait hij wat bij en ontbiedt hij mij in zijn kantoor om de touristische folders van Lier in ontvangst te nemen. We lachen er wat om, want die ’sluisindeling’ van hem liet nog wat te wensen over, aangezien hij ons aan bakboord achteraan wil hebben, maar niet genoeg ruimt voor ons overlaat daar. Bovendien zijn het 4 jachtjes in een enorme sluis, dus dwars had het ook gepast, maarja. Als ik het kantoortje weer verlaat zeg ie nog dat ie van Herentals al wist dat we kwamen, dus het ging echt nergens over.
Daarna varen we nog over het Netekanaal tot vlak bij Lier, waar onze buren van eergister al liggen en de buren van gister van de sleper ook 1 minuut later aankomen. De mensen van het jacht (de ’Hero’) weten te vertellen dat de Nete, na de sluis, vrij veel getij heeft, en dat we om 6 uur ’s morgens in de sluis moeten zijn om het getij mee te hebben want we komen er waarschijnlijk niet tegenin.
figuur fotos/stadhuislier.jpg Zo voor in de folder, het stadhuis van Lier.
Lier blijkt een erg mooie stad. We kopen eindelijk een fatsoenlijke waterkaart (de laatste in de winkel) en er is een Belgacom winkel, waar ik een half uur wacht tot ik aan de beurt ben, en de jongen achter de toonbank mij in 10 seconden de instelling kan vertellen die ik moet hebben (maar die niet in het boekje van de simkaart stond). „Die instelling kan je opzoeken op belgacom.be/hulp”. „Oh ja, handig, zonder internet.” „ Misschien niet zo handig inderdaad”.
’s Avonds komen we op een terrasje onze kennisen van de ’Werkspoor IV’ weer tegen. We eten heel gezellig gezamelijk. En besluiten ongeveer tegelijkertijd dat we nog een dag extra in Lier blijven omdat het zo’n leuke stad is. Dat heeft als bijkomend voordeel dat het dan een uur later laag water is en we een uur meer hebben om bij het sluisje bij Boom te komen. Jammer genoeg draait het sluisje bij Boom alleen van 3 uur voor tot 3 uur na hoog water, dus we zullen daar moeten wachten.
Bij het in bed stoppen moet E. nog even bij B. komen: „Ik wil dat jij mij ook weer eens in bed stopt, want Martijn doet het altijd. Ik wil gewoon dat jij het nu weer eens doet, en dan weer eens Martijn en dan weer eens jij en dan weer eens Martijn en dan weer eens jij en dan weer eens Martijn en dn were eens jij en... etc.” Dus we moeten ons ingesleten ritueel van E. doet het tandenpoetsen en ik het voorlezen maar weer eens omgooien.
figuur fotos/panoramaspeeltuinlier.jpg Droomspeeltuin
De foto’s komen als we weer in NL zijn, anders zijn we te snel door onze 200MB voor 10 euro heen.
2-7-2013: Vandaag bivakkeren we de hele dag in de prachtige speeltuin van Lier. Een zeer gelukkige B. maakt een vriendinnetje waar ze de hele middag mee speelt. Ze heet Jitske (een zeer onvlaamse naam vinden wij en dat wordt door de bijbehorende tante beaamd) maar B. noemt haar Wietske, naar het vriendinnetje uit het voorleesboek. Zelf wordt ze door Jitske ’Bergje’ genoemt.
Ik fiets wat rondjes door de stad, en sta nog een keer 28 minuten in de (3 personen lange) rij bij de Belgacom. Ik koop gelijk aar 2 datakaartjes, want ik heb weinig zin om weer in de rij te staan. Ik fiets een rondje rond de binnenstad en zie nog een mooie oude waterpoort waar de Nete de stad binnenkomt. Het deel van de Nete binnen de stad is inmiddels volledig afgedamd en gereguleerd, maar buitenlangs is nog flink getij.
Als we vertrekken bij de speeltuin omdat Jitske ook weg gaat staat B. erop om email adressen uit te wisselen.
We gaan uit eten bij een restaurantje naast een beeld van een schaapskudde. Er zijn nog twee meisjes van een andere tafel, waar B. weer de hele maaltijd mee speelt door op de schapen te klimmen, die daar gelukkig tegen kunnen. Bij het weggaan zeg B. „Doehoeg!” maar daar antwoordt het oudste meisje op met „Ik versta geen nederlands?” Dus dat snapte ze niet helemaal.
’Thuis’ informeer ik nog even bij de havenmeesteres of je bij „Sluis Klein Willebroek” (bij Boom) wel kan liggen met laag water, maar dat schijnt te kunnen. Onze buurman van de ’Werkspoort IV’ is bij de sluis geweest en weet te vertellen dat er volgens de sluiswachter (sluismeester zeggen ze hier) direct achter de sluis maar 75 cm water staat, dus dan moeten we goed midden in de geul varen. Morgen dus vroeg op en dan bij sluis ’Klein Willebroek’ wachten tot het water hoog genoeg is om geschut te kunnen worden. De Werkspoor IV komt ons achterop gevaren met hoog water, want ze steken 1.40m maar kunnen wel erg hard, dus als we ergens vastlopen kunnen ze ons weer lostrekken.
3-7-2013: We vertrekken om 6 uur en komen rond half 7 bij de sluis aan. De sluis wordt bediend door een slaperig uitziende getatoeëerde ’oudere jonge’. Weer erg vriendelijk, dus het mannetje van de vorige leek toch meer de uitzondering.
figuur fotos/beneden-nete.jpg De Beneden Nete
Na de sluis spoelen we met de ebstroom mee, we varen 8km/h met de motor stationair draaiend. De Beneden-Nete is erg ondiep, met keien langs de kanten en op de bodem, dus we moeten goed de buitenbochten houden. Gelukkig hebben we nu de nieuwe kaart, waar extra informatie bij staat over ondiepe plekken en gevaarlijke punten. Na een tijdje wordt het wat breder en geven we een beetje extra gas, zodat we de snelheid op 9km/h houden. Als we onder de snelweg door schieten halen we zelfs even 11km/h, dat hadden we sinds de IJssel niet meer gehaald.
Het is leuk om zo eens op een getijdenrivier te varen. Er is nog best wel wat getij (zo’n 3.5 m?) dus we varen diep tussen de moddderige kanten met riet wuivend boven ons hoofd. Verder is het een soort Vecht/Zwartewater, zodat je je gaat afvragen hoe het daar geweest moet zijn toen er nog getijden waren.
Precies met laag water komen we aan in Boom, waar we aan de wachtsteiger gaan liggen. De baas van de veerpont zegt dat het als het sluisje opent, om 10:45h, er flink wat stroom zal staan omdat het richting volle maan gaat. Misschien moeten wij dus wachten tot het hoogwater is om 14:15h voordat we over kunnen steken naar de sluis.
Voor ons komen nederlanders liggen met een tot jacht omgebouwd veerpontje uit Amsterdam. Leuk over bootjes gekletst. Hij heeft het bootje van de sloop gekocht en er helemaal nieuwe dekken o gezet en spanten vervangen enzo. Jammer genoeg een beetje een suffe jacht-achtige opbouw erop gezet, maar wel comfortabel natuurlijk. Ze varen er veel mee rond in Zeeland en België. Ze waarschuwen ons nog eens (zoals ook anderen eerder) dat je niet moe taanmeren in de buitenwijken van Brussel omdat de mensen daar te arm zijn, en wij dus in verhouding te rijk, en dat ze daar de zonnepanelen van je dak trekken. Een vreemd idee dat je zulke tegenstellingen gewoon om de hoek in Brussel al hebt.
We gaan er uiteindelijk om 11:45 gewoon over. Er staat 4 km/h stroom, dus dat valt mee. Daarna komen we op het Brussel Zeekanaal. Dat is groot en saai en met redelijk wat beroepsvaart (een soort Prinses-Margriet kanaal). Prachtige geklonken hefbrug bij Willebroek, die voor ons open moet en ons laat wachten [7]  [7] terecht, want hij gaat tergend langzaam open en dicht tot het vrachtschip achter ons ook door de spoorbrug is, waar wij onderdoor konden.
Na 2.5 uur varen komen we bij de sluis van Zemst. Ik vaar uiterst knullig in [8]  [8] Ik wilde ver doorvaren omdat er nog een vrachtscheepje achter ons zat, maar die hoefde er kennelijk niet meer bij. Daardoor zat ik te dicht achter onze voorgangers en werd ik door hun schroefwater steeds van de kant geblazen., waardoor E. tot 3 keer toe de bolder mist, waarop de beroepsschipers zuchtend hun schroeven uitzetten en we alsnog de laatste bolder bereiken. Helaas hebben we nu achter niks, dus ik moet de hele schutting de schroef erop houden. Gelukkig wel meebewegende bolders, want we gaan 9.5m omhoog.
figuur fotos/zemst.jpg Zemst.
Achter de sluis leggen we aan op de allereerste 2 bolders van de beroepsvaart overnachtingsplaats. Er staat een soort bushokje en dat blijkt voor de ’kanaalbus’. Verscholen in het gras staat een bordje „ligplaats gereserveerd voor kanaalbus” maar alles ziet er zeer ongebruikt uit. Volgens passerende wandelaars is de kanaalbus een nooit uitgevoerd plan. Alles is wel aangelegd, maar hij heeft naar het schijnt nooit gevaren. Dus we blijven maar liggen.
Rond 17:30h arriveert de Werkspoor IV ook op hetzelfde plekje en ze gaan voor ons liggen. We drinken gezellig wijntjes. Morgen gaan zij meteen door naar Ronquières maar dat is te ver voor ons, dus wij mikken op Brussel voor een lekker kort dagje. We spreken af om na alle vakanties nog een contact op te nemen.
4-7-2013: We worden vroeg wakker geklotst en vertrekken dus ook vroeg. Door de haven van brussel, veel roestige havenkranen en grote industrie. Bolders met een enigszins suggestieve vorm. Vlak voor we bij de jachthaven aankomen zien we de ’Werkspoort IV’ in de verte achter ons, dus we houden nog even in om te zwaaien.
figuur fotos/dagwerkspooriv.jpg Laatste blik op de Werkspoor IV.
Daarna knopen we vast in de oudste jachthaven van België, de BRYC (Bruxelles Royal Yacht Club), uit 1906. Een beetje vergane glorie. We waren al bang voor goudgebiesde havenmeesters en hele dure jachten maar het ligt tussen de vuilverbrandingsoven en het koninklijk park in en ook de jachtjes erin zijn half sjiek half roestig. Redelijk duur (18€) maar goedkoper dan Naarden en we liggen er wel mooi veilig achter een groot hek.
Daarna eerst het Atomium in. Mooi uitzicht en charmante jaren 50 sfeer. Duur restaurant met bijzonder trage en slordige bediening bovenin, wel sjiek doen maar dan je bestelling eerst vergeten en dan verkeerd brengen. Beetje jammer, maar misschien waren ze nog niet helemaal gewend aan het hoogseizoen.
Na het atomium nog in ’Mini-Europe’ een soor madurodam maar dan met europesche gebouwen. Overal knoppen die het volkslied van het betreffende land afspelen, jammer genoeg allemaal ingespeeld door hetzelfde pompeus klinkende blaasorkest dus dat wordt wat lachwekkend na een tijdje.
’s Avonds nog even het centrum in, waar we picknick kopen en dan opeens in ’Brussels Ommegang’ terechtkomen, een soort middeleeuwse optocht met paarden en vlaggen en muziek en ’middeleeuwse’ pakjes. Erg leuk, dus B. gaat alweer veels te laat naar bed. Nou ja, je moet genieten van wat je voor de voeten komt.
figuur fotos/vergane-glorie.jpg Bruxelles Royal Yacht Club.
5-7-2013: We willen wasjes draaien, maar de muntautomaat van de wasmachine loopt vast. E. haalt de juffrouw van de receptie die zuchtend de automaat openmaakt en pinnig tegen E. zegt: „Ge moet ze er ook niet zo snel achter elkaar in gooien.”, op een toon alsof dat vanzelf spreekt. Ze loopt meteen weer weg, dus E. moet achter haar aan om kleingeld in euro’s te wisselen omdat de automaat alleen euro’s slikt. Boven aangekomen vraagt ze: „Hoveel euro’s wou u hebben!?”. We willen 4x wassen en 4x drogen, dus dat is 24 euro’s en we hebben er maar 9, dus Edith vraagt om 15 euro’s, waarop de vrouw boos uitvalt: „Nee dat kan echt niet hoor, want ik moet straks ook nog iets en dan heb ik helemaal geen euro’s meer! Maximaal 5” Later probeer ik om nog 1 euro los te peuteren zodat het er tenminste 6 zijn, wat deelbaar is door 3. Maar ik heb geen succes. De vrouw zegt verongelijkt: „Nee meneer, ik heb uw vrouw al 5 euro gegeven en echt iedereen komt om euro’s vragen.” Niet zo vreemd als zowel je wasmachine als je droger 3 losse euro’s willen hebben. En waarom ze niet gewoon een deel van de euromunten die in de automaat terecht komen achter de hand houden om te wisselen is ook onbegrijpelijk. Maar de havenmeester is gelukkig allervriendelijkst een keert meteen zijn hele portemonaille om met een score van nog 6 eurostukken, dus we komen een eind. We hopen maar dat het dragonder van het secretariaat niet zijn vrouw is.
’s Avonds vertrekken we met tram en bus naar het festival Gooikoorts, 45 minuten met de bus. We zijn nou zo dichtbij dat het zonde is om niet te gaan. Het wordt wel wat krap in de tijd, dus we zullen voortaan wat door moeten varen, zeker als we ook nog een kleine detour langs de scheepsliften van het Canal du Centre willen maken.
 België in, het kanaal Bocholt-Herentals Terug Hoofdpagina Naar de scheepsliften