Den Bosch en de Zuid-Willemsvaart Terug Hoofdpagina Op naar Brussel 

België in, het kanaal Bocholt-Herentals

28-6-2013: We halen diesel, water en boodschappen en willen starten. Helaas. Ik heb het veld van de dynamo aan laten staan en de accu is leeg (of zou die net aangesloten marifoon zoveel nemen terwijl hij uit staat?). Er is hier handig genoeg gratis stroom te krijgen (inbegrepen bij de 7€ havengeld), dus we leggen de accu aan de lader. We praten met de man van het kanariegele opgebouwde sloepje. Leuk bootje. Het blijkt een ex parlevinker bootje te zijn, tot groot genoegen van B. want ik heb net gister voorgelezen over ’den parlevinker’ in het ouderwetse voorleesboek van Ko en Jantientje. Aardige man. Hij raad ons nog een met klem aan om door Brussel te gaan en dan via Namen weer terug de Maas af. Volgens hem is het kanaal door Brussel erg rustig.
figuur fotos/spuien-bij-sluis-weert.jpg Sluis Weert
Om 14:00h vertrekken we dan eindelijk, nadat ik nog een snellere acculader heb gekocht. Die we natuurlijk nu niet meer nodig hebben, want dit overkomt ons niet weer, maar toch. Lange tocht. Bij de sluis van Weert wordt flink gespuid en bij de wachtsteiger staat een bord „pas op ondiep!”. Jammer genoeg staat er niet bij hoe ondiep, maar het blijkt gelukkig diep genoeg. We drijven als een stuk drijfhout naar de kade door de draaikolken en krijgen maar met moeite de kont erbij gedrukt. Wel vlotte bediening gelukkig. De sluis gaat vrij woest omhoog, want hij heeft geen kleppen, ze trekken gewoon de hefdeur een beetje omhoog en laten het water er onderdoor komen. Wel lekker snel.
figuur fotos/eerste-belgische-sluis.jpg ’Sluis 17’. De eerste Belgische sluis.
Zodra je in België komt wordt het kanaal mooi. Houten paaltjes langs de kant ipv roestige damwanden en voetpaden ipv een drukke weg. We proberen B. naar buiten te lokken met de mededeling dat we in exotisch België varen, maar ze zegt: „Ik hoef dat allemaal niet te weten van België en zo.” Ze heeft een beetje heimwee geloof ik.
De eerste Belgische sluis is meteen ook heel anders van sfeer, misschien doordat de kleuren allemaal anders zijn? Om 18:00h komen we pas in Bocholt aan. Toch nog 4 uur varen, dat maakt ons plan om via Brussel te gaan misschien minder haalbaar, maar we gaan het proberen. In het ergste geval moeten we dezelfde weg terug. Het voelt echt als buitenland meteen, en met onze snelheid voelt dat als een hele prestatie. We pakken het eerste plekje in de haven, waar we meteen weer doorgestuurd worden naar het 3e plekje, want het eerste plekje is alleen om water te tanken. Dat staat er niet bij, maar het staat wel in het havenreglement, wat je pas kan lezen als je er al ligt. Als ik tegen de havenmeester zeg dat dat niet zo heel handig is zegt hij zuchtend dat hij dat ook al 3 jaar tegen de gemeente zegt, maar dat hij zelf geen bordje mag ophangen want het is een gemeentehaven.
’s Avonds fietsen we nog naar Bree, omdat onze buurman in de haven beweert dat ze daar bij het café bij de brug waterkaarten [4]  [4] ’Waterkaart’ in het vlaams is dus ’vaarroute’, ze begrijpen me eerst niet en denken dat ik een chipkaart om water te tappen zoek; „U mag best wat water hebben hoor?”. van België verkopen. Geen van de cafés die we vinden heeft daar ooit van gehoord, de eigenaar van Hotel De Mussenburg belt zelfs nog voor me naar het volgende dorp of het misschien daar is. Wel lekkere belgische biertjes bij een café met speeltuin, dus voor B. wel leuk. De vlaamse kindertjes vinden B.’s noordelijke accent erg grappig, en zijn hogelijk verbaasd dat ze pas 4 is, vooral het meisje van 6 dat een halve kop kleiner is. Nadat E. uitlegt dat ze 4 is wordt ze geaccepteerd in het spel.
We hebben hier nog net 1 streepje langzaam T-mobile NL internet, dus snel nog even uploaden dit verslag. Vanaf morgen zitten we op rantsoen, dus dan zal het zonder foto’s worden waarschijnlijk.
29-6-2013: Ik fiets ’s ochtends nog naar Bree, in de hoop dat ze bij de VVV (dat heet anders in het vlaams, iets van generale info’s ofzo) een kaart hebben, maar de VVV blijkt alleen in juli en augustus op zaterdag open te zijn. Om een uur of 10 vertrekken we. We varen eerst tot Neerpelt, waar we aanleggen om te lunchen. De mensen van het jacht naast ons zijn erg enthousiast: „Dit is een erg leuk plekje, je mag er gratis 2 dagen liggen en er zijn toch gewoon vorzieningen, maar je moet wel extra goed vastknopen want er komt grote vrachtvaart langs. „We blijven alleen lunchen, en misschien even boodschappen doen in het dorp. „Als je in het dorp bent geweest blijf je zeker, zo’n leuk dorp!” Neerpelt blijkt een soort Meppel, best leuk inderdaad maar niet dusdanig dat we helemaal begrijpen waar de buurman’s enthousiasme vandaan komt. We lunchen in een Café en ik koop een belgische sim-kaart voor internet, zodat we dit verslag kunnen uploaden. Vervolgens ga ik nog eens in de boekwinkel kijken voor een kaart. Die is er niet, maar als ik in de rij sta om een krant te kopen hoor ik achter mij: „Zou het kunnen dat ik u ergens van ken?” En als ik me omdraai: „St. Chartier misschien?” Het blijkt de man die in St. Chartier [5]  [5] ’St. Chartier’ is (was, eigenlijk, want het is verhuisd naar een ander dorp) een groot folk muziek festival in centraal frankrijk, waar we vaak heen gaan. altijd foto’s maakt en die ooit een foto van ons heeft gemaakt toen we zaten te spelen en die het volgende jaar toen aan ons overhandigd heeft, er hangt er een bij mijn moeder boven het bureau. Hij komt nog bij ons koffiedrinken en neemt nog wat extra St Chartier printjes mee, heel leuk.
Onderweg komen we nog langs een enorme kolencentrale in staat van ontmanteling. Net een decor uit een sf-film. En we komen langs een werkplaats/werf van N.V. De Scheepvaart (De belgische waterstaat?) waar allemaal heel vreemde lensvormige bootjes liggen. Helemaal geklonken. Ik denk dat het een soort pontons zijn om snel een kanaaltje of lekkende sluis mee af te dichten ofzo.
figuur fotos/vreemdschuitje.jpg Raadselachtige schuitjes.
Rond 15:00h varen we weer door, en we eindigen uiteindelijk bij sluis 1 bij Lommel op een prachtig plekje naast een heel mooi bos, waar volgens de buren veel eekhoornjes zitten. B. is zeer gelukkig in het bos, want er staan pijpestrootjes in, of een grassoort die er op lijkt, en „die grasbloemetjes kriebelen zo heerlijk zacht tegen mijn handen. Ik ga er met mijn handen naar omlaag doorheen rennen!”
Volgens onze kaart draait de sluis niet op zondag, dus we plannen al enigszins morrend een rustdag (daar gaat onze dag in Brussel). Edith raakt in gesprek met de mensen achter ons, en die weten dat de sluis wel draait. Ze hebben een soort gids van de jachtclub, met de telefoonnummers van alle sluizen in België erin en nog wat informatie. Ze hebben er twee en wij mogen er één hebben, heel aardig.
30-6-2013: We vertrekken strak om 10 uur met de eerste sluislichting. We vragen nog aan onze aardige buren of we na de 3e sluis, de eerste 3 zitten vlak achter elkaar en zijn diep dus duren lang met schutten, even moeten pauzeren zodat ze niet steeds op ons hoeven te wachten, maar ze hebben geen haast, dus dat hoeft niet. We gaan vlot door de sluis, op een kleine hapering bij de eerste, als blijkt dat je toch echt niet de lus en het touw op dezelfde bolder moet hebben en we eventje een beetje blijven hangen. E. trekt het gelukkig op tijd los dus er gebeurt niks. Gelukkig maar want de sluizen gaan ongenadig hard naar beneden, alsof ze de stop uit de wastafel trekken. Verder leggen we elke keer over bakboord aan, want dan kan E. voor de anker bolder erbij gebruiken en heb ik achter een extra kikker beschikbaar. De sluizen hier hebben niet echt remmingen, maar er staan veel bomen langs het kanaal, dus gewoon wat dobberen om te wachten is geen probleem. Erg veel waterplanten en overal takken in het water, ze hebben duidelijk ergens gesnoeid, en de takken gewoon in het water gegooid. Gelukkig niet zo dik dus we malen ze er wel door als we ze niet kunnen ontwijken. Na de 3e sluis, als we op vol vermogen varen om de jachtjes enigszins bij te houden krijgen we echter ’vlop’ een grote plastic zak in de schroef. De motor slaat net niet af, maar we kunnen bijna niks meer en drijven als aangeschoten wild naar de kant. Via de marifoon laten we de sluiswachter weten dat we eerst de zak eruit moeten halen. Omdat we hetzelfde vorig jaar ook met ons eigen schip hebben gehad weten we nu dat dat goed gaat met een broodmes, dus vanuit ons rubberen bootje zaag ik de zak uit de schroef. Als we weer bij de sluis aankomen komen we bij een prachtig Sleepbootje uit 1924 in de sluis de „Werkspoor IV” uit Amsterdam. Aardige mensen waar we in de sluis een praatje mee maken, ze wonen in Amsterdam op een klipper en dit slepertje is hun vakantiebootje. De volgende 3 sluizen wachten ze nog wat op ons, maar daarna kan hun motor niet meer langzamer omdat ie dan dichtroet, dus voor het laatste stuk voorbij Geel zetten ze nog even het gas erop. B. noemt ze ’het muziekbootje’ vanwege de mooie oude plikketieplokketie motor. Ze gaan nog tot Parijs, in 8 weken heen en terug maar hun topsnelheid is 19 km/h dus dat wil wel.
Om 18h komen we aan in Herentals, waar de mensen van het slepertje ook nog liggen, dus we kletsen nog wat na. ’s avonds nog even het stadje in. Het sim kaartje wil niet werken in combinatie met mijn wifi-router , dus dat is waarchijnlijk 10 euro miskoop geweest, maar ja we hebben wel meer over de balk gesmeten dus we maken ons er niet druk om. De trouwe lezers van ons verslag zullen moeten wachten tot we ergens een internetcafé hebben.
Het was een lange dag varen, maar B. hield het goed vol, het landschap was mooi en de zon scheen. Al met al een zeer genoeglijk dagje.
 Den Bosch en de Zuid-Willemsvaart Terug Hoofdpagina Op naar Brussel