Op naar Brussel Terug Hoofdpagina Door Charleroi en de Sambre 

Naar de scheepsliften

figuur fotos/gooik.jpg Gooikoorts.
6+7-7-2018
: Heerlijk festival gehad. Biertjes drinken in de zon (Kriek-Lambiek mmm). Leuke muziek en veel kennisen. Lekker weer even met Sidaro gespeeld, want A. en J. waren er ook. Er was uitgebreide kinder animatie met een speeltuin en toneel/circus voorstellingen speciaal voor de kinderen dus B. vond het het leukste festival ooit.
8-7-2013: We vertrekken redelijk vroeg, rond half 8. Vlotte bediening van de sluizen. Alle spookverhalen van in Brussel liggen buiten de jachthaven (vreselijk krimineel daar, veel rellende hangjongeren die met stenen naar je schip gooien) lijken in de ochtendzon wat overdreven. De kade’s liggen er vredig bij met hier en daar vroljk fluitende mensen. Nouja, als je een wit glimmend duur uitziend jacht hebt lig je er misschien wat provocerend bij tussen de arme wijken.
Rond 12 uur komen we aan in Halle, waar volgens de kaart een kade is. Die is er ook wel, maar hij overduidelijk bedoeld voor vrachtschepen. E. gaat met B. even boodschappen doen terwijl ik aan boord lig voor als er een schip komt. In België mag je (anders dan in nederland) altijd aan een beroepsvaartplekje gaan liggen, maar als er beroepsvaart komt die er wil liggen moet je weg.
We varen verder langs Lembeek,.Vlotte bediening: „Awel, gij moogt tot de sluis komen. Dan doe ik onderwijl mijn deurke dicht en maak de sluis leeg.” Hierna varen we Wallonië binnen dus après cette ecluse il faut parler en français sur la mariphone. Mooi kanaal, met ietwat vervallen industrie er langs. Het volgt de oude loop van det riviertje de Zenne, dus met veel kronkels en bochten. Wel flink gemoderniseerd en rechtgetrokken toen het hellend vlak werd aangelegd, maar nog steeds niet saai en recht.
We komen aan bij de sluis van Ittre. 14m omhoog, gelukkig met meebewegende bolders. Een diepe grot waar je door een poortje binnenkomt. De bovenste deur staat bovenop een 10 meter hoge muur en er komt een klein watervalletje onderdoor gesijpeld. Alles galmt en echoot door de sluis. Als de hefdeur naar beneden komt piept ook die spookachtig echoënd. Erg mooi spannend. Tijdens het stijgen veranderd de grot langzaam in een zonovergoten zwembad met tsjilpende vogels.
Boven aangekomen moet ik bij de sluiswachter komen voor inschrijving in Wallonië. Dit keer geen officiële papieren nodig, als ik hem de maten van het schip vertel en onze ruwe plannen is het goed genoeg. Ik zei hem dat ik wat zenuwachtig was over het marifoon oproepen in het frans, maar de sluiswachter verzekerd mij dat het pas de problème is.
Direct na de sluis de Jachthaven van Ittre. Mooi plekje en bijzonder vriendelijke mensen. Iedereen spreekt meteen waals en een heel klein beetje gebroken vlaams. En verontschuldigen zich daar omstandig voor. Maar met mijn frans en hun nederlands komen we overal wel uit.
Naast ons komt een man zijn speedbootje wassen. Hij verteld dat dit vroeger een favoriete zwemplek was met een zwemvlot midden in de jachthaven, en dat het toen in d jaren 80 heel vies is geworden door de zware industrie aan twee kanten. Maar recentelijk is een deel van de industrie weer opgeheven en een deel gedwongen zijn water te zuiveren, dus het is nu weer redelijk schoon, maar hij raadt aan om wel te douchen na het zwemmen.
figuur fotos/zwemmen-in-ittre.jpg Zwemmen in Ittre.
B. en ik zwemmen heerlijk naast het bootje. B. gaat steeds sneller vooruit met haar zwemvest en zwemt zonder problemen naar de volgende steiger en terug. Ze begint er echt handig in te worden. Daarna dus heerlijke warme douches, die helaas niet zo lang gaan voor 50 cent. B. is zo teleurgesteld als hij afslaat dat ik nog 50 cent probeer te wisselen bij een buurjacht. Ze hebben er maar één en ze weigeren mijn euro aan te pakken. B. is zeer verheugd en staat nog 5 minuten te zingen onder de warme douche.
’s Avonds fiets ik nog naar het dorp om een pinautomaat te vinden. Mooi landschap, en de heuvels zijn meteen te hoog om te fietsen. Er zijn zelfs rotsen langs de weg. Nou zijn we toch echt in het buitenland!
Ik vraag iemand de weg naar het Centreville, maar kan zijn antwoord niet verstaan. Het blijkt de lokale clochard te zijn die mij allereerst vraagt wat mijn fiets moet kosten. Ik kijk hem wat vreemd aan, want mijn fiets is voor mij al net iets te groot en hij is 2 koppen kleiner dan ik.
Na nogmaals vragen aan iemand anders vind ik de pinautomaat, naast een bord met mededelingen van de ’bourgmestre’. Ik probeer een kortere en leukere weg terug te vinden, met de gps in de hand, maar het lukt niet. De wegen zijn wel leuker, maar niet terug. Uiteindelijk vind ik een zeer pittoresk landweggetje tussen de glooiende graanvelden door in de goede richting. Na ±2 km zie ik eerst een bordje ’helling van 15%’. En dan inderdaad een zeer steile helling naar beneden. Te steil om te fietsen. En daar staat een bord „port de plaisance” met een pijl terug! Ik zie beneden in de diepte al het fietspaadje naar de jachthaven liggen, maar durf de afdaling toch niet aan omdat ik bang ben dat het onderaan niet zal blijken te kunnen en ik weer terug tegen de helling op zal moeten lopen. Ik fiets het hele rondje weer terug, nogmaals over de vervelende autoweg en kom dan langs de ingang van de jachthaven. Met wéér een bord „port de plaisance” de verkeerde kant op! En even later kom ik dan ook langs de uitrit van de steile afdaling. Een of andere lolbroek heeft kennelijk de bordjes omgedraaid ofzo.
9-7-2013: We slapen uit, want we willen dat B. ook wakker is als we het hellend vlak van Ronquières gaan nemen. Daarna gaan we eerst nog even kijken bij de sluis van gister, waar net een vrachtschip doorheen gaat. Zowel B. als ik hebben wat last van hoogtevrees bij de 14m diepe kloof.
Aan de lage kant van de sluis is een soort grote zwaaikom met woonscheepjes langs de kant. Het ziet er zeer idyllisch uit in de ochtendzon.
figuur fotos/ronqieres.jpg Het hellend vlak van Ronquières.
Daarna vertrekken we en komen we na een klein uurtje varen aan bij het „Hellend vlak van Ronquières/ Le plan incliné de Ronquières”, één van de zogenaamde ’doelen’ van onze reis. Het ziet er imposant uit van een afstandje, en eigenlijk ook van dichtbij. Doet een beetje oostblok achtig aan, met een enorme toren aan de bovenkant. Het hellend vlak zelf bestaat uit twee enorme bakken (83mx11m), met elk een contragewicht wat er onderdoor rijdt zodat ze onafhankelijk van elkaar bediend kunnen worden. Alleen de rechter bak wordt bediend als we komen. Erg vriendelijke ’bediener’ (sluiswachter? vlakmachinist?), die niet reageert op marifoon omdat ie (met dit mooie weer?) buiten loopt te gebaren en niet in zijn hokje zit. Er gaat eerst een groot schip in en wij krijgen rood, dus we stellen ons in op 1:20h wachten maar daarna als het andere schip er helemaal in is blijkt er toch nog genoeg ruimte voor ons, dus we krijgen weer groen. Na wat spraakverwarring: „Ierst tot hier en dan als de moteurstop. En dan gij erin.” Gooien we de sluiswachter een touw toe en doen de motor uit. Het blijkt dat hij bedoelde dat we mochten invaren als het andere schip zijn motor uit deed, maar dit is ook best.
We gaan naast het bootje staan langs de reling van de bak. Dat mag eigenlijk niet pour la sécurité, maar als we niet heen en weer gaan lopen is het goed. Het hele gevaarte komt piepend en krakend in beweging, erg indrukwekkend en alles is GROOT, echt enorm. Langzaam kruip je de heuvel op (het duurt ±40 minuten) en het uitzicht wordt prachtig. Soms gaat de hele bak over een hobbeltje tussen twee spoorstaven en galmt het dreunend door de hele bak. Uiteindelijk worden we zeer vriendelijk „bonne vacances, goede reis” gewenst bij het uitvaren.
We varen door to de ’jachthaven CNMT, wat een waterski en surfclub blijkt te zijn, maar we mogen wel aan het wrakke steigertje van het restaurant liggen en de douche en w.c. gebruiken. Zwemmen, met douchen na, en lunchen en dan iets voor vieren toch maar door. Op naar de ’Ascenseur de Strépy-Thieu”.
figuur fotos/blauwvoet.jpg Blauwvoetindiaan.
Brechtje is binnen lekker bezig, en kleurt eerst haar handen en dan haar voeten blauw met viltstift. Ook ons bed wordt lichtelijk blauwig, gelukkig is het al blauw gestreept van zichzelf. Als we het resultaat bewonderd hebben en gefotografeerd poetst ze later zelf met een nat lapje, gepakt om de gemorse melk op te deppen, haar voeten weer schoon. Gelukkig zijn het kindvriendelijke stiften en als het goed is niet al te giftig.
Het kanaal komt steeds hoger te liggen en we krijgen wijds uitzicht over een stad en omliggende velden. Dan komt er nog een stukje aquaduct tussen twee heuvels en na een bocht op de top van de tweede heuvel na nog een klein stukje aquaduct de scheepslift van Strépy-Thieu. Het is een enorm gevaarte met twee bakken van volgens onze kaart 40mx5.20m, in het echt zien ze er groter uit, die ±70m recht naar beneden zakken. Het zakken is een bizarre ervaring. Het gaat redelijk gladjes en de bak is zo groot dat je eerst het gevoel hebt dat de rest van de wereld omhoog gaat in plaats van jij naar beneden. Als je van beneden omhoog kijkt is het echt duizelingwekkend hoog. Jammer genoeg liggen we achter een spits, als je vooraan ligt moet het uitzicht echt fantastisch zijn.
Na de scheepslift nog een klein eindje verder en dan met een zelfbedieningssluis naar het jachthaventje van Thieu. Om de sluis te laten werken moet je eerst een boven de kade hangende stang omhoog duwen, dan de sluis invaren en vastknopen, de ’boldertjes’ (meer een soort oogjes die langs een kabel omhoog kunnen schuiven) zitten jammer genoeg ongeveer 15m uit elkaar, wat heel vreemd is want de sluis is alleen voor kleine jachtjes. Daarna moet je de blauwe stang omhoog drukken en gaat verder alles automatisch.
figuur fotos/strepy-thieu.jpg De scheepslift van Strépy-Thieu.
Vriendelijke havenmeesteres. Het ledendeel van de jachthaven is afgeschermd met een enorm hek met bordjes ’electrifié, dangereux’, wat dan weer wat minder vriendelijk overkomt. Er liggen niet eens hele dure jachten ofzo, gewoon simpele kleine bootjes. Maar ja we komen in de buurt van Charleroi, wat geloof ik de armste stad van België is.
Volgens de havenmeester hier draaien de oude liften ook, maar lift 4 (de eerste vanaf hier) draait alleen morgen en lift 3,2,1 draaien donderdag. Vorig jaar was lift 1 inderdaad  [9]  [9] Volgens onze kaart draaide lift 1 niet. gestremd omdat er een schip ’klem had gezeten’. We begrijpen niet helemaal wat er gebeurd is, maar het heeft een jaar gekost om te repareren.
Achter de oude sluiswachterswoning, de jachthaven ligt in een doodlopend stuk van het oude kanaal, ligt een soort voorloper van een spits op de wal. In gebruik als een schuurtje met een deur in de zijkant. Echt een heel gek scheepje, het is hoger dan breed en zo ongeveer vierkant van onder.
Brechtje is helemaal doorgedraaid van de lange dag met al het spektakel: „Ik wil eigenlijk bij jullie slapen.” „Dat gaat niet gebeuren.” „.... hm. Ik vind het maar niks, dat slapen!”
figuur fotos/vreemdespits.jpg Primitieve spits?
10-7-2013: We slapen uit tot 10 uur en fietsen dan naar de eerste lift, lift 4. Daar zijn wat mannen aan het werk en die verwijzen ons naar lift 3 voor des info’s. We fietsen door naar lift 3 waar inderdaad een soort VVV zit en het hoofdkantoor van de liftbediening. We vragen of we door lift 4 kunnen. Er wordt overlegd in rap waals. Het kan gelukkig! De man begint druk te telefoneren en ons dingen te vragen. Tot waar willen we enzo en weten we al dat de rest pas morgen draait. Vervolgens begint hij rond te bellen om te vragen wie er dienst heeft, en oh ja de bruggen moeten ook nog. Uiteindelijk spreken we af dat we rond 12:30 erdoor zullen gaan.
Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam en doet nergens moeilijk over maar je hebt niet het gevoel dat er vaak bootjes door willen. Dat verbaast ons want het blijkt echt geweldig om door de oude liften te gaan. Met drie man sterk wordt het gevaarte bediend. Na het sluiten van de deur scheppen ze eerst nog een soort cement-achtig zand bij de kieren in om de bak beter te laten sluiten. Waarschijnlijk een lapmiddel want het gebeurt met een klein plastic emmertje en schepje.
Vervolgens worden er wat hendels overgehaald en komt het hele zaakje vrijwel geruisloos in beweging. De andere bak is hier wel het contragewicht en die komt dus tegelijk naar beneden. Alles is gemaakt van prachtig geklonken gietijzer en smeedijzer, alles nog origineel zoals het in 1914 (voor deze lift, de andere zijn nog ouder, nr 1 de oudste is uit 1888) gemaakt is.
Alles wordt aangedreven met behulp van het water uit het bovenste pand. Ze laten het water over een schoepenrad lopen, en daarme wordt een pomp aangedreven die een zwaar gewicht omhoog perst met water. De waterdruk die dit oplevert wordt vervolgens gebruikt voor de aandrijving van de deuren en kleppen. De lift zelf zakt gewoon doordat ze onderste bak een beetje leeg laten lopen, waardoor de bovenste zwaarder is. De liftbakken staan op elk één enorme zuiger, en de zuigers zijn ondergronds met elkaar verbonden en gevuld met water. De hele techniek is nog onveranderd sinds ze tussen 1888 en 1914 gebouwd zijn.
Als we bijna boven zijn komt alles alles tot stilstand. Na wat heen en weer geroep laten ze wat water uit onze bak stromen en gaat ie het laatste eindje ook nog.
figuur fotos/lift4.jpg figuur fotos/bootjeuitlaten.jpg
Voor lift 4.
figuur fotos/veelkroos.jpg Net na de lift.
Direct na de lift ligt een enorme vlakte van kroos en wier waar we in zijn vrij doorheen proberen te drijven, maar door de straffe tegenwind lukt dat niet en moet ik toch een paar klapjes gas geven. Meteen de schroef weer vol met waterplanten dus, maar je kan hier toch niet hard.
Het kanaaltje na de lift is een soort drentse hoofdvaart met uitzicht op de moderne lift en een dal. Handbediende bruggetjes die ook nog door de liftwachters bediend worden.
Aangekomen bij lift 3 meren we af langs een zeer ouderwets aandoende, bijzonder roestige spits. Zo te zien een oud sleepschip, zonder stuurhuis, mast of schroef maar met een gat voor een koproer. Het is onduidelijk of het ding er ligt als decor, of gewoon door iemand gestald is, maar in ieder geval wordt er niks van gezegd als we er langszij gaan. Het is ook een beetje de enige mogelijkheid want verder zijn er alleen steile schuine graskanten die onderwater schuin doorlopen in steen.
Als we goed en wel liggen gaat E. met B. boodschappen doen en een speeltuin zoeken terwijl ik dagboek bijwerk en het wier uit de schroef haal. Daarna maak ik nog een ommetje over lift 3. Je kan bijna overal kijken, ook in de machinekamer. Erg leuk. De liften liggen hier helemaal vol met kroos, en ook na de liften aan de bovenkant ligt flink veel, dus mijn schroef-schoonmaak actie zal wel redelijk zinloos zijn.
’s Avonds lopen we nog langs de liften om de prut te bekijken. Op de terugweg zien we in de container achter het pompgebouw nog een mooie autoband liggen, een beetje groot voor de OHVZ maar precies de goie maat voor ons eigen schip, de Aaltje.
Net als ik de band uit de container sta te trekken komt er natuurlijk een laatste ambtenaar uit het kantoortje op weg naar huis. Ik vraag hem „Je peu emporter ça pout mon bateau?” „Mais Qoui, quand on ne retrouvera pas dan l’eau, hein!” Lachend met een zwaaiend vingertje uitgesproken. Ik vind ook nog een enigszins kitscherige nep art-nouveau fruitmand, van ijzerdraad met boomblaadjesmotief en plastic kraaltjes waar B. bijzonder verrukt van is om haar playmobil boselfje in te laten wonen.
figuur fotos/oudespits.jpg Vlak voor lift 2.
11-7-2013: We staan met enige moeite om 8:15h op omdat we om 9 uur afgesproken hebben met de lift. Maar als ik om 9 uur aankom wordt me verteld dat het ongeveer 10 uur plus ou moins gaat worden omdat we eerst moeten wachten op nog twee bootjes. Ze hebben niet genoeg personeel om twee liften tegelijk te bedienen, dus alles moet bij elkaar.
We gaan nog eens met de hele familie in het machinehuis van de lift kijken. B. eerst onder protest, maar als ze ziet dat alle machines hemelsblauw geschilderd zijn met groot enthousiasme. Het is leuk, want ze zijn druk aan het opbouwen voor onze doorvaart straks, dus alles is in beweging. Er draaien allerlei dingen met veel geraas van water en pompen gaan heen en weer. Als een man een kraan opendraait zien we het gewicht in de ene toren langzaam omhoog gaan (de andere is al boven), maar als de man naar buiten loopt voor een sigaretje zakt het gewicht weer. We kijken naar buiten en zien dat de lift omgezet is (vanochtend stonden beide bakken halverwege, nu staat er één boven en één beneden) dus we concluderen dat er wat gebruikt wordt.
figuur fotos/hemelsblauwemachines.jpg Alles op waterkracht.
Er staat een stel met een fototoestel langs de kant. Het blijken oostenrijkse toeristen en edith vraagt of ze zin hebben om mee te varen door een lift. Dat willen ze wel, maar ze vragen wel hoe lang het duurt want ze hebben ook nog andere plannen. „Oh we gaan zo rond 10 uur, en dan duurt het ongeveer een half uurtje, dus een uur alles bij elkaar!”
Intussen komen de andere twee bootjes ook nog aan. De eerste zijn onze achterburen van gister en de tweede blijkt het kleine franse jachtje dat gistermiddag aankwam toen wij net weggingen, dus die zijn er gister ook nog voor 16h door gegaan.
Als we allemaal klaar liggen komt een man vertellen dat er een ’petite problème avec le pression‘ is, dus het weer zakken van het blok was misschien toch niet de bedoeling. Maar goed ,na nog een half uur wachten gaan we erdoor. Tijdens het stijgen worden de geleiderails van de lift continu ingevet door twee mannen met emmers schroefasvet en bokkepootkwasten, waarschijnlijk om oorverdovend gepiep tegen te gaan.
figuur fotos/invetten.jpg Invetten
Na de lift is vreselijk veel waterplantenprut, maar de andere twee scheepjes gaan er eerst door, dus het is alweer wat weggedraaid als wij erdoor komen. Toch nog weer een blokje hout in de schroef, toink. Als we weer terug zijn mag de schroef wel weer eens bijgesteld worden misschien.
We zetten onze oostenrijkse gasten weer af en wachten op lift 2, die direct na de net gepasseerde lift 3 zit. Een werknemer van de lift komt vragen of een beetje snel willen invaren omdat de deur niet zo lang open kan blijven staan, misschein vanwege te weinig druk?
Na lift 3 een mooi kronkelig stukje kanaal, langs een kerkje en achterlangs zeer frans aandoende huizen en dan komen we in de middagpauze aan bij lift 4. Dit is de oudste lift, uit 1888 volgens het boekje maar de werkmannen beweren zelfs 1882. Hij is dan ook iets anders van model. Weer een indrukwekkend bouwwerk. Het valt op hoe mooi alles afgewerkt is met krulhekjes en sierrandjes, dat was bij de andere drie liften ook. Daarbij vergeleken is de nieuwe lift van Strépy-Thieu echt lelijk.
We overleggen met de andere bootjes over de handigste volgorde van invaren, dus bij de laatste lift liggen we gelijk goed. De deuren vallen bij deze sluis met een klap dicht. Ze worden hydraulisch omhooggeperst met water en dan draaien ze een kraan dicht en blijft hij open staan. Bij de andere drie liften draaiden ze dan een ander kraantje een beetje open en dan zakte hij langzaam weer dicht, maar bij deze gaat er gewoon een klep open en de deur valt met een flinke bonk in zijn gleuf. Duidelijk de eerste die gebouwd werd. Verder werkt alles wel bijzonder soepel hier, en zit de lift strak in de verf, terwijl de anderen wat roestig waren. Maar door deze lift gaat dan ook 2x per dag een toeristenboot dus hij wordt het vaakst gebruikt.
figuur fotos/pootje.jpg Op dit pootje staat alles.
Na de laatste lift gaan we even aan de wal liggen om de troep weer uit de schroef te halen, daar zijn we inmiddels zeer geroutineerd in geworden, en eventueel boodschappen te doen. We liggen een beetje ongelukkig langs een drukke weg en staan te overleggen of één van ons dan maar op de fiets naar de supermarkt zal gaan als we van de overkant toegeroepen worden door een nederlander dat er om de hoek mooie plekjes zijn.
We schuiven door naar de overkant om de hoek en komen tussen twee nederlandse woonscheepjes te liggen. Dit plekje stond in ons kaartenboek aangegeven als ’vies en desolaat’, maar het is een heerlijk rustig plekje. Wel tussen gedeeltelijk gesloopte industrie, maar aan een doodlopend grasweggetje. Volgens onze buurman kan je voor Charleroi het beste overnachten bij de sluis van Gosseliers en dan de dag erna in één ruk door Charleroi varen dus we besluiten om vandaag hier te blijven want dat is te ver voor vandaag nog en makkelijk te doen morgen.
Erg lekker uit eten in ’Le cantine des Italiens’, een restaurant/infocentrum/museum van waar ook de rondvaartboten vertrekken. Konijn in biersaus voor 12€ en hert in bosvruchtensaus voor 13€. Met een mooie schone grasveld-speeltuin voor B. dus die is ook erg blij. Een jongetje vraagt stomverbaasd: „Waarom loopt zij op blote voeten? Heeft ze wel schoenen?”, „Oh gewoon dat vindt ze fijn, en ja hoor hier zijn ze.” „Hebben jullie dan ook een douche aan boord?” „Nee” „Maar hoe moet ze dan haar voeten ooit weer schoon krijgen?!” Daarna nog een rondje gefietst langs het kanaal en richting centrum van La Louvière. Grote stad met veel auto’s en een drukke weg dus niet echt leuk fietsen. Erg vervallen allemaal hoewel er hier en daar ook grote opknapwerkzaamheden zijn. Het laat je wel zient hoe ontzettend rijk nederland eigenlijk is, want dit soort grootschalig verval zie je daar toch echt niet vaak.
figuur fotos/kolentrien.jpg Kolenmijn lokomotiefje.
Onderweg komen we nog langs een oud lokomotiefje van de kolenmijn, dat als een speelobject/aandenken langs de kant van het kanaal staat. Helemaal geklonken, maar wel electrisch, met een enorme, roestige, electromotor erin en een soort wieltje op het dak als stroomafnemer. Van binnen nog restjes houten betimmering en bakelieten onderdelen. Duidelijk niet echt ontmanteld maar gewoon neergezet met alles nog erin en dan langzaam aan het vergaan. B. is er zeer enthousiast over en speelt nog even kolentreintje.
Langs het kanaal vinden we ook nog een prachtig stalen klapkrukje. Nog helemaal heel en goed werkend. Misschien vergeten door een visser? Maar omdat het zo achteloos in de bosjes geworpen ligt nemen we het toch maar mee, na enig smeerwerk een prima extra stoel binnen.
Hier nog een viewmaster plaatje van de lift:
figuur fotos/scheepslift.gif
 Op naar Brussel Terug Hoofdpagina Door Charleroi en de Sambre