Rondje België Terug Hoofdpagina De Lek 

De Maas deel 2

29-7-2013: We vertrekken eerst naar het midden van het grindgat en gooien daar het anker uit om te zwemmen en de waterplanten uit de schroef te halen, aangezien we aangelegd hadden in een soort Sargassozee van waterpest. Daarna varen we in een uur naar Roermond, waar we aanleggen in de grote jachthaven. Jammer genoeg mag je in de oude mond van de Roer alleen overdag liggen.
De vrouw van de jachthaven wordt helemaal enthousiast als ik zeg dat ik nog nooit in Roermond geweest ben: „Oh leuk, dan ga ik u van alles vertellen!” Ze is een trotse inwoonster van Roermond, want het Munsterplein is ’het mooiste plein van Limburg’ en de grote markt is ’de gezelligste grote markt van de hele streek’. In het echt zijn beiden inderdaad niet slecht, maar het Munsterplein wordt aan een kant toch lelijk ontsierd door een betonnen V&D en C&A. De Munsterkerk is wel erg mooi, en er staat een heel oud houten praalgraf, uit de 12e eeuw, van Gerard van Gelre en Margaretha van Brabant. Mooi middeleeuws beeld van de graaf en zijn vrouw. Het ziet er onwaarschijnlijk mooi uit voor een beeld uit de 12e eeuw, maar het is in de 19e eeuw gerestaureerd, dus waarschijnlijk is het grootste deel 19e eeuws.
’s Avonds vertrekken we met de trein naar Meppel voor J.’s verjaardag, we missen hem net en zijn er daardoor pas om 23:30h. B. gaat pas om 0:30h slapen. Ze heeft het goed volgehouden en is eigenlijk de hele weg vrolijk aan het babbelen geweest. „Hé, we rijden door een tunnel!” „Nee, het is donker buiten, het is nacht. Kijk maar daar zijn lichtjes” „Nee het is een tunnel! Sommige tunnels hebben lichtjes, zoals deze.”
30-7-2013: We vieren J.’s verjaardag en blijven hangen tot M. en F. en de kinderen er ook zijn dus we vertrekken weer pas om 19:50h, waardoor we weer pas om 23:00h in Roermond terug zijn. Grappig genoeg voelt aankomen in Roermond echt en beetje als thuiskomen omdat ons eigen bed daar ligt.
31-7-2013: Van Roermond naar Venlo. Voorspoedige tocht. De eerste sluis laat ons lang wachten met de deuren open. Waarschijnlijk dacht de sluiswachter: „Wat treuzelen die bootjes toch? Oh, vergeten het licht op groen te zetten.” Als we erin liggen duurt het nog lang omdat de sluiswachter wacht tot er nog meer jachtjes bijkomen. Als we na een uur al denken de halve dag te moeten wachten tot de enorme sluis helemaal volgedruppeld is komt het plots in beweging. Bij uitvaart zien we tussen de jachtjes ook een enorme rondvaartboot liggen, die heeft waarschijnlijk gezorgd dat we eindelijk door konden dus we zwaaien enthousiast naar hem.
We komen aan in de jachthaven van Venlo. De haven is helemaal vol, maar de havenmeester parkeert ons langszij het eerste bootje, waar we met enig gemanouvreer en wat duwtjes van E. met de vaarboom heel netjes langzij parkeren. We zijn blij dat we vroeg zijn, want er komen nog meer bootjes. Een aantal wordt tussen twee anderen in gepropt maar de grote worden doorgestuurd.
Het maasfront van Venlo is spiksplinternieuw en nog wat steriel. Het is een vervanging van het schijnbaar ook niet zo mooie maasfront uit de 50er jaren, dus misschien is het een verbetering maar nu is het vooral groot en kaal. Met dit weer best aangenaam maar het ziet er uit alsof het met ander weer snel unheimisch zal worden. Het haventje met oude bootjes wat hier geweest schijnt te zijn is weggesaneerd en daar ligt nu dus die jachthaven. Niet al te duur gelukkig (10€) en een aardige havenmeester.
figuur fotos/hekseninvenlo.jpg Heksen in Venlo
Na nog een schminkronde en het heksen-avondeten (slangen met trollentenen en bittere-tranensla) maak ik met B. nog een avondwandeling door Venlo, dat achter het lelijke front best een mooi stadje blijkt te zijn. B. vind een fontein, jammer genoeg in een vijver dus je kan er niet mee spelen maar wel met een bankje en een beeldje van een meisje met haar voetjes bij elkaar. B. vind dat het een zeemeermin is dus ze maakt allemaal foto’s om aan Edith te laten zien en vervolgens ook nog maar foto’s van een paarse auto die ernaast staat.
Daarna allemaal vroeg naar bed. B. zegt: „Wat een korte dag vandaag!” „Ja, gister was het heel laat, en na een lange dag komt altijd een korte dag.” „Waarom?” „Anders wordt iedereen te moe, en als je moe bent wordt je chagerijnig.” „Wat is chagerijnig?” „Dat je snel boos wordt.” „Oh. Dat had Edith ook vandaag, waarom?” „Omdat we gister zo laat naar bed zijn gegaan.” „Oh, dan moet ze vandaag meer eerder naar bed.” „Ja, en wij ook.” „Dat is goed.”
1-8-2013: Mooie tocht naar het Leukermeer, een grintgat langs de Maas. De rivier is hier een stuk meer rechtgetrokken dan in België. Logisch, want in België zijn zoveel bergen dat het niet te doen zou zijn. De oevers zijn echter wel heel mooi begroeid en overal zijn koeien en schapen en paarden. Om de paar kilometer een gierpont of kabelpont, de laatste gierpont zelfs ongemotoriseerd traag op de stroom overstekend.
Na een uurtje varen komt B., die was blijven slapen tijdens ons vertrek, naar buiten met de vraag of Edith even een ’stofschaar’ voor haar heeft. Als wij vragen waarom dan zegt ze: „Dat roze truitje met die glitters is nu toch te klein voor mij, dus die kan ik wel op maat knippen voor koala had ik bedacht.” Binnen aangekomen blijkt ze alvast begonnen te zijn met haar blauwe knutselschaar, maar na een halve mouw vastgelopen. We vragen haar om de volgende keer toch even te overleggen maar moeten er ook wel om lachen. B. zelf vindt het een heel goed plan en de mouwen en de boorden moeten eraf. We kunnen haar nog overtuigen dat ze beter niet de trui zelf met de helft in kan korten, dat zou zeker tranen opgeleverd hebben later als blijkt dat ie dan nog steeds te wijd is voor koala, maar verder wordt ie helemaal op maat geknipt.
We komen rond een uur of 12 aan in het grindgat en leggen aan bij een mooi plekje met een kampvuurplek. Met wat gepruts, want er zijn hier geen bolders en iedereen ligt met de punt tegen de wal en een anker naar achter de plas in. We zijn blij dat we in ieder geval ons kat-ankertje hebben meegenomen, dan kunnen we die als stevig vast punt op de wal gebruiken en het grote anker in de plas leggen. Met nog wat stukjes panlat extra liggen we stevig vast en we gaan de rest van de dag naar het strand. B. doet haar afgeknipte trui aan en zegt: „Kijk eens, nu is het een zomer t-shirt. Handig hè?”
Vlak voor we naar het strand gaan komen wat mensen met een sloepje een drijfsteiger brengen en als we terugkomen blijkt waarom: vandaag is de jaarlijkse spooktocht van de camping, 250 gillende pubers in 20 groepen. B. is wat teleurgesteld dat ze de spooktocht niet mee kan doen, en als ze hoort dat aan het eind van de tocht nog een echt spookhuis zit wil ze er helemaal graag heen (we zijn op de kermis in Groningen eens in een heel kneuterig spookhuis geweest en dat vond ze toen heel grappig). We doen de hele tocht dus op de fiets. Erg grappig, want onderweg komen we elke 200 meter voorbereidende groepjes ’spoken’ tegen die aan ons alles willen laten zien en vragen of we denken dat het eng zal zijn in het donker. Aan het eind van de tocht staat een huis wat door de camping gekocht is voor de grond, om later op uit te breiden waarschijnlijk, en nu dus al 5 jaar gebruikt wordt als spookhuis. Helemaal eng gemaakt met poppen en landbouwplastic. We kijken even door de voordeur en gaan dan terug naar ons bootje,weer langs alle spookpubers. Onderweg komen we nog de eerste groep tegen, die we laten schrikken door „boe” te roepen, tot groot genoegen van B., die zich daar de hele weg over verkneukelt.
Terug bij het bootje is het startpunt van de route geïnstalleerd met een kampvuurtje, en we gaan er maar bij zitten want slapen zit er toch niet echt in. B. gaat uiteindelijk pas om 23:30h naar bed en wij blijven nog zitten tot het afgelopen is om 01:30h. Ik doe een poging tot spookmuziek spelen ter verhoging van de feestvreugde wat mij bij elke groep op 50% bewondering en 50% puberminachting komt te staan. Één groep zegt: „laat ons maar de muziek doen” en barst uit in een gebrulde karnavalskraker van Normaal, erg grappig.
figuur fotos/zwempauze-op-de-maas.jpg Oh wat is het heet.
2-8-2013: We staan niet al te vroeg op na de late nacht van gister en varen door de hitte richting de jachthaven van Mook&Middelaar, waar E.’s ouders ooit begonnen zijn. Bij de eerstvolgende sluis passen we er op het laatste moment toch niet bij, dus dat duurt een tijdje en op ⅔ van de afstand krijgen we het echt te warm en zien we een loswal waar we een zwempauze houden. Als we daar net liggen komt een jongen aan met de auto en begint druk in een marifoon te praten. Het blijkt dat zijn vrouw er met hun vrachtschip aankomt en dat ze aan deze loswal weekend wilden gaan houden maar „Ons scheepje past er nog wel achter hoor.” Wij wilden toch net doorgaan dus we vertrekken weer, terwijl een 60m binnenschip achter ons om zijn as draait met vol gas boegschroef en achterschroef. Het is wel te merken dat de nederlandse binnenschippers een stuk meer gewend zijn aan pleziervaart dan de belgische.
We leggen aan in het haventje van Cuijk voor boodschappen. Volgens onze kaart mag je er niet overnachten, dat mag nergens in de kleine haventjes aan de Maas, maar het is een mooi haventje en het zou prima kunnen. Op de kade staat ook nergens dat het niet mag en de mensen achter ons zeggen ook dat ze altijd doen alsof hun neus bloedt en er gewoon blijven liggen. Het is dat we graag naar Jachthaven ’De Driesen’ willen omdat E. daar zo ongeveer geboren is, anders waren we hier gebleven.
In Cuijk kopen we 3 grote zonnehoeden, jaren-20 model dameshoeden van de Xenos, en twee nieuwe plantenspuiten, onze vorige was bij het Leukermeer achtergebleven, en eten broodjes en ijs.
Na de boodschappen en nog een keer zwemmen nog een uurtje door naar de jachthaven in de Mookerplas. Bij binnenvaren van de plas wordt mij toegeroepen door een vrouw in een zeilbootje:”Wat woont u op een mooi bootje, en wat heeft u een prachtige hoed!”
We hadden vanuit Cuijk gebeld of er nog plek was, en dat is maar goed ook want er is nog precies één plekje alleen voor vannacht, dus als we langer willen blijven morgen verplaatsen.
De havenmeester, erg aardig trouwens, zit hier nog niet lang genoeg om E.’s ouders te kennen, maar de uitbater van het restaurant (’De Loopplank’) kent ze wel, omdat hij daar als 16 jarige wel kwam.
figuur fotos/wandelenbij-plasmolen.jpg Wandelen op de Jansberg.
3-8-2013: We besluiten nog een dagje te blijven om te wandelen in de omgeving. Omdat ons plekje van gister vandaag weer bezet is moeten we verplaatsen. We worden verplaatst door de voorzitter van de vereniging, die die voor hulphavenmeester speelt omdat de havenmeester zelf zijn voet gekneusd heeft bij de wandelvierdaagse. We zitten de halve dag aan het strand en wandelen dan langs de molenbeek en over de Jansberg, erg mooie omgeving. ’s Avonds weer naar een ’Pannekoekenbakker’ restaurant, van dezelfde keten als in Woudrichem. Weer met speeltuin en plastic rommel voor B., dus die is er erg over te spreken. De pannekoeken zijn erg lekker, dus wij zijn ook tevreden. Maar we zijn wel blij dat het pannekoekenrestaurant in Groningen geen rommel uitdeelt want dan liep de Aaltje nog sneller vol met speelgoed.
4-8-2013: We worden vroeg wakker, 7:30h, omdat B. droomt en gilt. We vertrekken meteen maar. De Maas na de afslag naar het Maas-Waal-kanaal wordt ’natuurlijk’ gemaakt. De delen die klaar zijn zijn wel mooi, met zandstrandjes en afkalvende grasoevers. Waar ze nog aan het werk zijn is het wat meer een projectontwikkelingslandschap met rupsbandsporen en veel modder. We varen flink door. Bij Maasbommel ligt de pont van Lith [20]  [20] De naam van de veerponten stat groot op de zijkant. half op de veerstoep geparkeerd, met een sleepootje er omheen varend en zowel op de pont als het sleepbootje oranje zwaailichten. De pont van Maasbommel ligt 20 meter verderop aan de graskant, met de kabel slap. Misschien dat de pont van Lith lek is? Als we later langs Lith varen is daar een pont waar ’Reserve’ op staat in de vaart.
De hardvaar-zones worden hier fanatiek gebruikt, dus we schommelen weer flink. Van de waterskiërs heb je niet echt last, want die gaan ruim om je heen, maar de waterscooters en speedboten kunnen echt vervelendzijn door keihard vlak langs je te varen, zodat je ook geen mogelijkheid meer hebt om uit te wijken of in de golven te sturen. Op een gegeven moment worden we terwijl we liggen te wachten op een veerpont door drie speedboten tegelijk ingehaald. Twee bakboord en een stuurboord, allemaal dichterbij dan 10m en nog net even voor de veerpont langs. E. valt bijna overboord, ondanks dat ze de ’golfteugels’ vast heeft. Het was zelfs nog buiten de hardvaarzone, dus we hopen maar dat de veerpont de waterpolitie waarschuwt, maar waarschijnlijk heeft die het al lang opgegeven om speedboot-aso’s op te voeden.
We varen net iets langer door dan goed is voor ons humeur, maar kunnen daardoor wel bij Kerkdriel diesel kopen bij een bunkerboot. Niet sjouwen met de diesel-jerrycan is ook wat waard. De bunkerboot ligt midden in de waterskizone, dus we tanken wild schommelend. Het verbaast ons dat er hier geen ongelukken gebeuren, wwant er zijn overal zwemmende kinderen en daar tussendoor een paar echte raceboten die met 40 à 50 km/h langs komen brullen.
figuur fotos/voor-anker.jpg Voor anker bij Kerkdriel.
We ankeren achterin de doodlopende arm bij Kerkdriel. Er ligt daar ook een vrachtschip woonschip langs de kant waar allemaal jeugd vanaf in het water aan het springen is. We denken iets van een vakantiekolonie maar als we zelf ook naar het strandje zijn gezwommen blijkt het gewoon een woonschip met vakantie. Ze komen al 30 jaar op dit plekje, eerst met het jacht van de ouders en nu met de grote Luxemotor van de zoon. De jeugd is gewoon uit het achterliggende dorp, en aangezien dit hun zwemstrandje is hebben ze toestemming om met een touw aan de davit het water in te slingeren.
5-8-2013: Heerlijk rustige tocht, vandaag is het maandag en er zijn een stuk minder speedboten.
De eerste 1.5 uur hebben we het getij tegen, sinds de laatste stuw is er een beetje getij, en dat is te merken aan de maximum snelheid. Met vloed hebben we een halve km/h stroom tegen, en met stroom mee een halve km/h stroom mee.
Het Maasfront van Den Bosch bestaat uit monsterlijk grote flats maar de spoorbrug is dan weer erg mooi. Na Den Bosch komen we weer op bekend terrein. Heusden voorbij en weer de Andelse Maas op. We leggen aan bij Aalburg voor lunch. We vragen naar een bakker en worden naar de andere kant van de dijk verwezen. De bakker blijkt een biologische bakker met biowinkeltje en koffieterras te zijn. Met echt lekker brood en heerlijke taartjes. Een soort walhalla, aangezien dit de eerste keer sinds Den Bosch (op de heenweg) is dat we echt lekker brood hebben.
Na de lunch en boodschappen verder. De Andelse Maas ziet er erg aantrekkelijk uit. Overal zijn strandjes met zwemmende mensen en koeien die in het water staan. Maar we willen toch graag door tot Woudrichem en we raken wat vermoeid, dus we zijn bang dat we ons er niet meer toe kunnen zetten om verder te gaan als we ankeren.
Als we aankomen in Woudrichem worden we door de havenmeester helemaal naar achter gestuurd, naar het laatste nog niet gereserveerde plekje. Na aanleggen meteen zwemmen, B. staat al te popelen, en heel snel een nieuwe achterband op E.’s fiets leggen, want de oude is finaal geklapt in Aalburg. Grappig, want de plek waar de band geklapt is is de half scheve met ducttape verstevigde plakker die ik er op de heenweg ook in Woudrichem op heb geplakt, dus we staan weer op dezelfde steiger banden te verwisselen. u wel met beter materieel.
Mijn zus M. komt aan in Woudrichem en we eten weer bij het pannenkoekenschip, en daarna nog even naar de speeltuin van de camping. Lekker om even op een bekend plekje te zijn waar we niks hoeven te ontdekken.
’s Avonds bij het slapengaan zegt B. : „Het gebrom van die sprinkhanen wordt alleen maar harder!” De cicades zijn inderdaad best hard.
 Rondje België Terug Hoofdpagina De Lek